Enge depressies
Het
lastigste aan deze tocht is dat op de direct lijn naar de Azoren vele
depressies/lage druk gebieden langs trekken. Deze depressies ontstaan ergens
bij Amerika en gaan op weg naar Europa. In deze depressies zit vaak (hele)
harde wind, hoge golven en soms ook onweer. Daar hebben wij dus echt geen zin
in. Op het moment dat wij vertrekken zijn er wel enkele depressies, maar die
zitten grotendeels boven de rechtstreekse route of soms iets eronder. De
hardere wind zit dus met name ten noorden van onze route. Het gaat er eigenlijk
op neer komen dat als het te hard waait, wij iets naar het zuiden gaan zeilen.
Willen we meer wind, dan gaan we naar het noorden (richting de depressies).
Onderweg halen we elke dag een weerbericht binnen via de satelliettelefoon.
Door deze recente weer- en golfinformatie steken we zonder gekke dingen of
verrassingen over.
Voor de
liefhebbers volgt hieronder een korte weergave van onze oversteek.
Eerste, tweede en derde etmaal - stroming mee
We
vertrekken om 10.30 uur uit Bermuda. Er staat een lekkere bries van circa 3 Bft
uit het noordwesten. Op de tweede dag gaat de motor aan, er is te weinig wind
om te zeilen. In de zee zien we erg veel
Portugese Oorlogsschepen, dit zijn zeer giftige (soms dodelijke) kwallen. Deze
kwallen hebben een zeiltje wat lijkt op een opgeblazen boterhamzakje. Door het
rustige weer kunnen we lekker even douchen. De derde dag krijgen we fikse
stroming mee, we gaan 8 a 9 knopen (normaal 6 knp). Yes, dit schiet op zo! Door
het rustige weer kunnen we deze dagen goed slapen.
Foto: Portugees oorlogsschip (kwal) (foto van internet).
Vierde en vijfde etmaal – pijn in Joost
zijn rug en harde wind
Op de vierde
dag trekt de wind aan naar 20 knopen uit west-zuidwestelijke richting (schuin
van achteren). Voor de nacht zetten we twee riffen in het grootzeil en halen de
boom uit de genua. Op vrijdag, dag vijf, trekt de wind aan naar 25-30 knopen.
Ik heb die nacht goed genoeg geslapen maar Joost niet. Joost heeft sinds ons
vertrek uit Bermuda last van pijn in
zijn onderrug. Door het constant bewegen van de boot kan hij zijn rug zelfs
tijdens het slapen niet goed ontspannen. Dit is echt heel erg vervelend want de
pijn wordt erger maar de pijnstillers die we hebben lijken niet te werken.
Omdat we het
te hard vinden waaien en de golven vrij hoog worden, besluiten we die vrijdag
een oostelijke koers (100 graden) aan te houden in plaats van circa noordoost (de
rechtstreekse route naar de Azoren). Met deze oostelijke koers hopen we een
pittiger deel van het lage druk gebied wat achter ons aan komt te kunnen
ontwijken. Tot onze vreugde werkt deze tactiek: de golfhoogte en de windsterkte
nemen af.
Zesde en zevende etmaal – croissants en
Ewan zelf uit bed geklommen
Ahhh, op de
zesde dag worden we wakker met weinig golven om ons heen, héérlijk. Er staat
een fijn zuidwesten windje van zo’n 3 a 4 Bft en we genieten van het zeilen. Op
zondagochtend wordt ik wakker doordat Ewan aan mijn bed staat te glimlachen.
WAT, dat hoort niet, tenminste die glimlach wel maar niet dat hij zelf uit zijn
bedje geklommen is. Tijdens het zeilen slaapt Ewan altijd op een langsbank waar
een slingerzeil voor zit. Blijkbaar kan hij zich door een kleine opening in de
zijkant wurmen. Handig jongetje is het toch. Maar het is wel een nieuw klusje:
een extra stukje aan het slingerzeil naaien. Maar goed, die ochtend hebben we heerlijk
afgebakken croissants met een vers witbroodje uit de broodbakmachine, lekker
luxe.
Foto: Ewan “de klimmer” bovenop de boeken.
Achtste en negende etmaal – hogere golven,
hardere wind
Vanaf de
achtste dag worden de golven weer hoger en trekt de wind aan. Het weerbericht
is ook veranderd ten opzichte van het weerbericht toen we vertrokken: in eerste
instantie zouden we de laatste circa 3 dagen moeten motoren. Het is niet echt
sportief van ons, maar we vonden dat wel prima. Motortje aan, lage golven,
beetje pannenkoeken bakken en zo. Dit beeld is echter veranderd in “geen
pannenkoeken bakken weer”. Aan de ene kant balen we, aan de andere kant is
zeilen wel weer fijner. Helaas krijgen we rotgolven en harde wind met windstoten
tot 38 knopen (een dikke 7 Bft). Ook draait de wind naar het zuiden .
Op de
negende dag passeert er een koufront, letterlijk BRRR, wat is dat koud. In
plaats van lekkere warme wind met veel zon is de atmosfeer koud en grauw.
Tiende tot en met twaalfde etmaal – Joost
moet de mast in
We hebben
een meestal een goede zeilwind maar soms is er te weinig wind en zetten we de
motor aan. De wind varieert tussen zuid en zuidwest, prima voor onze koers naar
Flores. Het weer is vertrouwd zonnig en lekker warm. We zien veel dolfijnen
onderweg die vaak een korte stop maken om met onze boot te spelen. Prachtig.
Ook blijven we veel Portugese oorlogschepen zien.
Dan zit
opnieuw een derde reeflijn vast in de zaling. Grom grom GROM! Dit keer lukt het
niet om de reeflijn los te krijgen vanaf het dek dus moet Joost de mast in. Het
vastzitten van de reeflijn in de zaling is namelijk een groot probleem omdat we
anders het grootzeil niet kunnen laten zakken, de reeflijn houdt het zeil dan
vast. Gelukkig is het weer rustig genoeg en is het klusje zo gepiept. De dag
voor aankomst op Flores, hebben we ontzettend veel deining, zo veel zelfs dat
ik heel erg duizelig wakker wordt. De hele dag voel ik mij brak en duizelig,
erg vervelend maar gelukkig trekt het weg.
Het laatste
etmaal besluiten we minder snel te zeilen dan we comfortabel zouden kunnen,
anders zouden we midden in de nacht op Flores aankomen. We zeilen zo snel, mede
dankzij af en toe flinke stroming mee! In de vroege ochtend van 31 mei krijgen
we na een rustige nacht Flores in zicht. Ook zien we voor het eerst sinds 10
dagen weer andere pleziervaart boten op de AIS en hebben weer marifoon contact
met de Maris en Antaris, twee schepen met wie we vanaf Bermuda
vertrokken zijn. Afgezien van grote beroepsvaart waren we iedereen
“kwijt”. Hallo bewoonde wereld, wij zijn
er weer!
Foto: Flores in de vroege ochtend, gehuld in
een dikke wolk.