Na
Martinique zeilen we door naar het tevens Franse eiland Guadeloupe, een
prachtig vlindervormig eiland. Op 4 maart komen we aan bij de eilandengroep Les
Saintes, gelegen ten zuiden van Guadeloupe. Deze eilanden hebben veel mooie
ankerbaaien en zijn leuk om op te wandelen. Op bijna elk eiland ligt wel een
fort, uit de tijd dat de Fransen en de Engelsen om de Caribische eilanden
streden. Bij twee eilanden liggen we een paar dagen en maken bij beiden de zeer
steile klim naar het fort. Ik ben best trots dat we het beide keren halen, en
ben echt bek af.
Foto: Ewan in kanon bij fort Napoleon.
Foto: Uitzicht bij fort Josephine.
Van superjacht tot wrak
In dit
gebied zeilen echt heel erg veel superjachten. Indrukwekkend om te zien. Het
schijnt dat hoe noordelijker wij komen, hoe witter de stranden worden en hoe
meer superjachten er varen. De superjachten variëren van grote moderne
motorboten, grote moderne privé zeilschepen tot onwijs grote drie à vier à vijfmaster
zeilschepen. Op deze boten zien we altijd wel een crew en het valt ons op dat
deze superjachten vaak in de avond vertrekken: wij denken dat de eigenaren ’s
nachts gevaren worden terwijl zij slapen en dan ’s ochtends wakker worden bij
een ander wit strand. Hoe luxe is dat?! Alhoewel je dan wel mooie zeiltochten
mist….
Feitje: De superzeiljachten hebben zo’n hoge mast, dat
zij een rood toplicht moeten voeren om het vliegverkeer (!) te waarschuwen voor
de hoogte van de mast.
Foto: Grote vijfmaster bij Les Saintes.
Naast de
prachtige superjachten valt ook het grote aantal scheepswrakken in dit
zeilgebied op. Vanaf Martinique liggen er redelijk tot veel wrakken van schepen
die, vermoeden wij, ooit in een orkaan hier gesneuveld zijn. Vaak terwijl het
schip voor anker lag. Er wordt dan ook sterk aangeraden om je schip tijdens het
orkaanseizoen buiten het orkaangebied (bijvoorbeeld meer in het zuiden bij
Curacao o.i.d.) te leggen…. In Nederland zouden deze wrakken netjes en ordelijk
worden opgeruimd. Hier is dat niet zo of niet geheel zo (wat er misschien al is
verwijderd weten wij niet). Sommige wrakken zijn best interessant en Joost gaat
wel eens op onderzoek uit.
Foto: Scheepswrakken bij Marin te
Martinique.
Foto: Scheepswrak bij Les Saintes.
Toet toet, in de auto!
In Guadeloupe
gaan we onder meer voor anker bij Îlets à Goyaves (Pigeon Island), twee kleine
eilandjes aan de westkust die Jacques Cousteau tot onderwater natuurreservaat
heeft gemaakt. We snorkelen hier en zwemmen met Ewan. Het snorkelen is
inderdaad erg mooi en leuk omdat je rondom het kleinste eiland kunt zwemmen. Na
een dagje vertrekken we, met een tussenstop bij het plaatsje Deshaies, naar
Îlet de Fajou ten noorden van Guadeloupe. Dit eiland ligt in de grote zeekom
tussen beide ‘vlindervleugels’ en achter het eiland is het lekker beschut
liggen. We ankeren in turkoois water, het is echt prachtig! We liggen er alleen
voor anker en genieten met volle teugen. Een paar dagen later hoppen we op 18
maart naar Baie Mahault, ook in het noorden van Guadeloupe. Er liggen hier geen
toeristen voor anker, we zijn de enige, wat fantastisch! Op deze zeer beschutte
plek liggen we als een huis, helemaal stil! Heerlijk!
Foto: Ankeren in turkoois water bij Îlet
Fajou.
Foto: Joost met Ewan op Îlet Fajou bij
mangrove bossen.
Foto: Vlak voor zonsondergang is het ook al
prachtig.
We rijden
met name op het linkereiland rond; Basse-Terre. Dit eilanddeel is begroeid met
fantastisch mooi regenwoud. We rijden naar Bains Jaunes, warm water baden
gevuld met vulkanisch verwarmd water. Deze baden liggen onder aan de vulkaan La
Soufrière. In de baden, buiten in het tropisch regenwoud, zijn maar een paar
toeristen en wij nemen ook een duik. Het is heerlijk!
Foto: Badderen in Bains Jaunes.
Foto: Even boodschappen doen.
Daarna
rijden we naar Chutes du Carbet, de langste waterval van de Carieb. Om deze te
bereiken moeten we eerst een half uurtje steil afdalen door het onwijs mooie
tropische regenwoud lopen. Wow, het regenwoud is prachtig en we moeten stiekem
denken aan de Efteling die het niet slecht gemaakt blijkt te hebben. De
waterval is zo ontzettend lang dat mijn mond openvalt. Dit is echt de hoogste
val die ik tot nu toe gezien heb. En hij is prachtig!
Foto: Chutes du Carbet.
Een andere
dag besluiten we een toeristische route te nemen dwars over Basse-Terre en
dwars door het regenwoud. Lekker
makkelijk in de auto hihi. Onderweg stoppen we voor een wandeling door het
regenwoud en strijken rond lunchtijd neer op de rivierbedding van een klein
riviertje door het regenwoud. Het is hier wederom prachtig! Onder de Fransen is
dit plekje ook welbekend want er wordt naar hartenlust gebarbecued (het is
zondag) en de kinderen spetteren in het water. Dit is genieten zeg!
Maar we
willen nog iets anders zien, dus weer op pad. We rijden naar Saut de la Lézarde.
Om er te komen moeten we een steile afdaling maken door wederom prachtig
regenwoud (ik kan er geen genoeg van krijgen haha). Helemaal beneden bij ‘de
Saut’ blijkt het betoverend; een waterval stroomt in een brede halve boog naar
beneden. Ewan is ook helemaal onder de indruk. Helaas hebben we onze
zwemkleding in de auto laten liggen dus moeten we volstaan met pootjebaden. Het
uitzicht blijft adembenemend.